terug

Trektocht langs Friese bakkers als eerbetoon aan Oranjekoek

Minnertsga  Bakkerij Plat  crème
Fotografe Tryntsje Nauta reed in een half jaar heel Friesland door, op zoek naar de traditionele Friese oranjekoek. In een tot fotostudio omgebouwd busje maakte ze foto’s van de Friese lekkernij. Op zoek naar de ambacht. Want in iedere dorp of stad maakt de lokale bakker de traktatie op zijn eigen manier. Vooral de wijze van versieren wordt doorgegeven op vader op zoon. Door de krimp van de bevolking, bakkers die met pensioen gaan en de populariteit van de supermarkt verdwijnen ambachtelijke bakkers. Met het sluiten van een bakkerij gaat echter ook haar kenmerkende oranjekoek verloren. Reden genoeg voor Nauta voor het samenstellen van dit document. 
Geen Fries die de traktatie niet kent, de oranjekoek. Buiten Friesland is dat een ander verhaal. Oranjekoek is een lekkernij die traditioneel bestaat uit een plaatvormige koek, met daarop roze glazuur met een versiering van crème of slagroom. De crème of slagroom wordt in verschillende vormen op het gebak gespoten. Ook wordt gevarieerd met versierselen op de room: vruchtjes, chocolade of een combinatie van beide. Volgens Wikipedia wordt sinds de jaren zeventig in plaats van crème ook slagroom toegepast, evenals banketbakkersspijs of amandelspijs.
De oranjekoek is dus niet oranje, maar roze. De naam heeft de koek te danken aan een van de belangrijkste ingrediënten: sinaasappelsnippers. Omdat Nederland pas in de 17e eeuw kennismaakte met sinaasappels, weten we dat de eerste oranjekoek na die tijd is gebakken.
Terug naar fotografe Nauta. Wat brengt haar ertoe om de koek op dergelijke wijze te documenteren? “Wanneer precies het idee ontstond is moeilijk te achterhalen,”aldus Nauta. “Het stond al jaren op mijn lijstje. Ik vind oranjekoek niet alleen lekker, maar ook mooi. Iedere bakker maakt er zijn eigen kunstwerkje van. Ik wist alleen niet in welke vorm ik het moest gieten.” Daar komt verandering in na een gesprek met een vriendin over de Friese identiteit. “Ik woon nu in Leeuwarden, maar heb ook een tijd buiten de provincie gewoond. Iets dat ik buiten Friesland miste was de oranjekoek. In Friesland krijg je vaak oranjekoek wanneer je op visite gaat. Maar daarbuiten is de koek helemaal niet bekend.”
Ze besluit het een keer te proberen, maakt een aantal foto’s van een oranjekoek. Het resultaat bevalt en ze neemt zich voor alle oranjekoeken van de provincie te fotograferen. Een hele onderneming. “Samen met een stagiaire heb ik een lijst opgesteld van alle bakkers die de koek maken. Dat zijn 93 bakkers, waarvan 84 in de provincie en 9 daarbuiten. Het leek me niet verstandig om alle koeken in mijn eigen studio te fotograferen. Ik was bang dat de koeken het rijden over drempels niet zouden overleven. Daarom hebben we een bus omgebouwd tot rijdende fotostudio. En zijn we zo alle bakkerijen bij langs gegaan.”
De bakkers reageren enthousiast op het project. “We hebben alle bakkers gevraagd om twee koeken te maken: een met crème en een met slagroom. Deze hebben we vervolgens op de foto gezet. Met de camera op een statief bijna tegen het plafond, een reflectieschot, flitslamp en witte achtergrond, hebben we alle koeken op dezelfde wijze vastgelegd. Het was elke keer weer een verassing als het deksel van de gebaksdoos ging. Bijna alsof je naar iemands kindje zit te kijken. Zo hebben we de koeken ook behandeld, alsof het porselein was. We hebben ze stukje voor stukje neergelegd, om een zo mooi mogelijk beeld te krijgen.”
De koeken zijn na de fotoshoot niet teruggelegd in de winkel.”Dat kan niet vanwege hygiëneregels. Aan het einde van de dag hebben we de koeken uitgedeeld aan vrijwilligerscentrales en daklozencentra. Dit hebben we in samenspraak met de bakkers gedaan, zij wisten vaak wel een goed doel.”
Een favoriete koek weet Nauta niet zo snel te noemen. “Ik heb ze niet allemaal geproefd,” lacht ze. “Ik kan daarom niet echt een favoriet noemen. De koek op de cover van het boek is de koek uit het dorp waar ik ben opgegroeid. Die eet ik al zo’n dertig jaar. Met die koek heb ik de grootste emotionele binding.”
Heeft de fotografe nog iets ontdekt aan de koek tijdens haar verslaglegging? “Binnen Friesland bestaat discussie over het gebruik van crème of slagroom. In heel Friesland geldt de slagroomvariant inmiddels als de populairste. We zijn er wel achtergekomen dat de mate waarin verschilt tussen de stad en het dorp. In de stad wordt de slagroomvariant veruit het meest verkocht, de verhouding ligt op zo’n 98 procent slagroom en 2 procent crème. In het dorp ligt het slagroompercentage veel lager: rond de 60 procent.” Waar dit precies aan ligt, weet ze niet. “Misschien heeft het te maken met houdbaarheid: de variant met crème kun je langer bewaren.”
Het boek ‘Oranjekoek’ is op 19 december gepresenteerd in het Gemeentemuseum in Den Haag. Tegelijkertijd startte de gelijknamige expositie in het museum. Is dat niet bijzonder, een expositie in de Randstad, waar men niet bekend is met de koek? “Ik ben heel nieuwsgierig hoe mensen gaan reageren. Op zich spreken mijn foto’s wel voor zich.” Misschien gaat de koek met deze expositie terug naar haar roots. “De koek heeft misschien iets te maken met de Oranjes, in de 17e eeuw residerend in Leeuwarden en Heerenveen, maar op dit gebied is de historie een beetje vaag.” De expositie is te zien tot en met 26 april 2015.
Meer informatie: www.oranjekoeke.nl