terug

Jacqueline Hassink zocht de zuivere ruimte van de natuur

Vandaag is bekend geworden dat Jacqueline Hassink op 52 jarige leeftijd aan kanker is overleden. Vorig jaar hadden wij een interview met haar, dat is gepubliceerd in nummer 6 van 2017. Zij heeft aan het Nederlands Fotomuseum een complete set afdrukken van The Table of Power geschonken. Haar (negatieven)archief wordt door het museum in beheer genomen.

© Jacqueline Hassink

Jacqueline Hassink ging op zoek naar landschappen op de ‘white spots’, plekken waar nog geen mobiel netwerk is. Zij fotografeerde die in Japan, Noorwegen, Kenia, Amerika en IJsland. Tijdens haar wandeltochten in de ruige natuur ervoer zij de kracht van de zuivere natuur.

Fotograaf en kunstenaar Jacqueline Hassink werd bekend om haar serie The Table of Power. Zij won er in 2013 de belangrijkste Nederlandse prijs van de documentaire fotografie mee, de Dutch Doc Award. In het juryrapport werd zij geroemd om de manier waarop zij de vaak onzichtbare economische macht treffend visueel wist te maken. Op een zeer volhardende wijze wist ze bij grote multinationals binnen te dringen en hun boardroom te fotografen, resulterend in groothoekopnamen van enorme vergadertafels, waaromheen comfortabele fauteuils zijn gegroepeerd. Het is daarom des te verrassend dat zij nu naar buiten komt met een serie landschapsfoto’s.

“Voor mij is de samenhang heel logisch. Toen ik begon te fotograferen in 1993 had ik een grote interesse in de economie, maar in wezen is dat een onderdeel van de grote drijfveren van het bestaan. Daarnaast heb ik altijd ruimtes gefotografeerd. Ik ben geïnteresseerd in de identiteit van ruimtes, vooral in de overgang tussen de privésfeer en het publieke domein. In The Table of Power zijn de vergaderruimtes intieme omgevingen waartoe weinig mensen toegang hebben, terwijl het om een publieke atmosfeer gaat. Dat idee van privé en publiek begon zich te openbaren in de serie Haute Couture Fitting Rooms, Pariswaarbij ik in Parijs de kleedkamers in de couturewereld heb gefotografeerd. Die kamers waren heel even privé en dan weer publiek, een soort van transformatieruimtes.”

© Jacqueline Hassink


‘Ma’

Aan dat project gaf Hassink een vervolg in Kyoto, Japan. In boeddhistische tuinen is geen sterke grens tussen privé en publiek want er zijn schuifdeuren waardoor de binnen- en buitenruimte in elkaar overvloeien. “Dat vond ik heel fascinerend. Zo ben ik begonnen met het project View, Kyoto. Het iseen uitgebreide fotoserie en een film waarin ik de relatie onderzoek tussen de binnen- en buitenruimtes van boeddhistische tempels in Kyoto.In dat project combineerde ik ook videobeelden van boeddhistische tuinen met uitspraken van de monniken. Ik heb tien jaar in Japan gewerkt en heb een goed contact met de monniken. Ik heb veel met ze gesproken over hun concept van de natuur. De boeddhistische tempel Saihō-ji heeft een tuin met honderden verschillende soorten mos en de monniken vertelden dat dit was geïnspireerd op het ongerepte, met mos beklede oerbos van Yakushima, een eiland in het zuiden van Japan. Vanwege die oerbossen is de natuur daar fantastisch. Ik ben naar Yakushima gegaan om te fotograferen. Toen ik daar met mijn Japanse assistent aan het werk was, bleken onze telefoons geen bereik meer te hebben. Toen dacht ik aan het boeddhistische concept ‘ma’, wat betekent: de mentale ruimte die je nodig hebt om goed te kunnen functioneren. Door de constante digitale ruis verdwijnt die ruimte en word je heel onrustig, waardoor je uit balans raakt.”

Vanuit de behoefte om de plekken te ervaren die vrij zijn van mobiel bereik begon Hassink haar project Unwired Landscapes. Zij fotografeerde op verschillende plaatsen in Japan, Noorwegen, IJsland, Spitsbergen, Kenia en Amerika. “Die landschappen weerspiegelen de innerlijk rust voor mij. Dat is wat ik zoek in het landschap. Als ik daar rondloop, zoek ik naar dingen die in mij resoneren. Het is een spiegeling van mijn ziel. Ik heb samen met Bregtje van der Haak en Richard Vijgen de app White Spots ontwikkeld. Daarop staan verhalen en foto’s van plekken waar geen internetbereik is. Ik noem die gebieden het economische wasteland.”

Een van die gebieden vond ze op IJsland. Samen met de Nederlandse schilder Kees Visser, die het land goed kent, doorkruiste ze het eiland. “Wij reden rond met de auto. Hij reed heel langzaam en als ik iets zag, vroeg ik hem te stoppen. Ik kan niet precies zeggen waarom ik iets interessant vond. Het is vooral de overweldigende kracht en schoonheid van de natuur en de stilte. Wij mensen zijn ook onderdeel van de natuur en op zo’n moment voel ik me echt één daarmee. Die grootsheid en monumentaliteit van het IJslandse landschap fascineren mij enorm, maar tegelijkertijd heb ik ook een fascinatie voor mos. Mos vertegenwoordigt voor mij zachtheid. Het is erg helend. Het is erg prettig om in een mosrijke omgeving te zijn, ik word daar erg rustig van. Naarmate ik langer op die plekken aan het fotograferen was, bleek dat ik helemaal niet meer bezig was met mijn telefoon. Ik woon in New York en ben gewend aan het comfort van de stad, maar tijdens het fotograferen had ik daar helemaal geen behoefte aan. Die natuur vervult je dan helemaal.”

Op de foto Langisjór 1 zien we een landschap met zeer licht groen bemoste aarde waar doorheen een klein beekje stroomt. Het is een stille, meditatieve foto met een rustige compositie, maar met zeer gedetailleerde informatie. “Toen ik dat mos zag, was ik natuurlijk meteen gefascineerd door wat hier gaande was. Op een gegeven moment zag ik dat het mos doorsneden werd door het donkere water. Die wisselwerking vind ik mooi om te zien. Ik heb daar een tijdje rondgelopen om allemaal verschillende composities te maken. Dan kijk ik intensief totdat ik iets zie dat visueel helemaal klopt. Naar het licht kijk ik nooit. Ik ben beeldhouwer van oorsprong, ik ben totaal niet geïnteresseerd in technische aspecten zoals het juiste licht. Het gaat bij mij vooral over vorm. Ik kijk hoe het groene mos over de zwarte aarde schuurt. De enorme complexiteit van al die vlakken in het landschap boeit me. Het is voor mij puur schilderen met vorm.”

In het Nederlands Fotomuseum was begin 2018 een uitgebreide tentoonstelling van het hele project Unwired Landscapes, met ook iPhone-foto’s die Hassink maakte van mensen die bezig zijn met hun telefoon. Het projectiPortrait fotografeerde ze in metronetwerken van metropolen als Tokyo, Shanghai en New York. Unwired is onderdeel van het multimediale project White Spots van Jacqueline Hassink, Bregtje van der Haak en Richard Vijgen. Voor de White Spots-app (2016) ontwikkelde informatieontwerper Richard Vijgen een netwerkscanner en een White Spots-wereldkaart die de basis vormde voor Unwired. Voor deze app maakte documentairemaker Bregtje van der Haak achtendertig korte video’s en vier virtual reality-documentaires over leven op plekken zonder internet, Jacqueline Hassink maakte vier fotografische verhalen.

 

http://www.jacquelinehassink.com

http://www.white-spots.nets

 

uit het persbericht van het Nederlands Fotomuseum:

Jacqueline Hassink werd in 1966 in Enschede geboren. Zij volgde studies aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en de kunstacademie in Trondheim, Noorwegen, waar zij in 1992 afstudeerde aan de afdeling beeldhouwkunst. De fotografie werd echter haar belangrijkste medium. Sinds 1996 woonde en werkte zij in Brooklyn, New York. Zij doceerde conceptuele fotografie aan de Harvard University in Cambridge, Massachusetts en aan het International Center of Photography in haar woonplaats.

Hassink richtte zich in haar werk op structuren van economische macht die dankzij de globalisering overal ter wereld worden aangetroffen. In het bijzonder was zij geïnteresseerd in de plaatsen waar die macht wordt uitgeoefend of zichtbaar wordt, zoals de boardrooms van multinationals uit de Fortune Global 500 List die zij wereldwijd fotografeerde voor The Table of Power (1993-1995). In Female Power Stations: Queen Bees (1996–2000) stonden de vrouwelijke CEO’s van dergelijke multinationals centraal. Zij fotografeerde hun vergadertafels én hun gedekte eettafels thuis en presenteerde de opnamen als tweeluiken. De serie kreeg een specifiek vervolg met Arab Domains (2005-2006) – waarin Hassink onder andere de negatieve beeldvorming over de vrouw in de Arabische wereld aanvecht.

Haar sterk gefocuste en conceptuele manier van denken en werken was haast on-Nederlands. Voor haar talloze fotoprojecten, waaraan altijd uitgebreide research vooraf ging, reisde zij in haar eentje de hele wereld af. Mede door haar uitgebreide netwerk – ze was kind aan huis bij The Financial Times – en haar enorme doorzettingsvermogen wist zij bij de grootste bedrijven binnen te komen. Gedegen vooronderzoek en kennis van zaken scheppen vertrouwen, zo wist zij uit ervaring. Onderwijl verzamelde zij grote hoeveelheden contextuele informatie, die zij zelf ordende en in haar tentoonstellingen en boeken inzichtelijk presenteerde als de noodzakelijk verdiepende laag bij haar foto’s. In haar laatste grote publicaties, Car Girls (2002-2008), The Table of Power 2 (2009–2011), View, Kyoto (2004–2014) en Unwired (2010-2017) werkte ze daarbij nauw samen met grafisch ontwerper Irma Boom.

n het Nederlands Fotomuseum toonde Jacqueline Hassink afgelopen voorjaar haar project Unwired, dat kon worden gerealiseerd en voor de collectie verworven dankzij een mecenas van het museum. De meerscherms-videoinstallatie iPortrait uit dit project werd onlangs aangekocht door de MAST Foundation in Bologna. iPortrait opent op 1 december aanstaande ook in China als onderdeel van het internationale Lianzhou Fotofestival.

Jacqueline Hassink exposeerde verder in onder andere Huis Marseille in Amsterdam, Fotomuseum Winterthur en het Museum für Gestaltung in Zürich, het International Center of Photography in New York en het Museum of Photographic Arts in San Diego, het Museum of Contemporary Canadian Art in Toronto, het Tokyo Metropolitan Museum for Photography, de Saatchi Gallery en het Victoria and Albert Museum in London; de Fondation Cartier pour l’Art Contemporain in Parijs, het Bologna Museum of Modern Art, het Guangzhou Museum of Modern Art, het Istanbul Modern, het Museum Folkwang in Essen (D) en de National Gallery of Modern Art in New Delhi. Haar werk is in even zovele collecties vertegenwoordigd.

Hassink publiceerde met regelmaat in onder meer The Financial Times, Le Monde, The New York Times, El País, Frankfurter Allgemeine Zeiting, Süddeutsche Zeitung, Reuters, De Standaard, Neue Zürcher Zeitung, Newsweek, Fortune en Wired. In 2002 won zij de Rencontres d’Arles Unlimited Award en in 2013 de Dutch Doc Award. Een jaar eerder stond haar naam op de shortlist van de prestigieuze Prix Pictet.