terug

Willem Poelstra: Een belangrijk verhaal mag wat vragen van de kijker 

Fotograaf Willem Poelstra overleed afgelopen zaterdag op 62 jarige leeftijd. Eerder dit jaar, in Pf nummer 5, had onze redacteur Edo Dijksterhuis een interview met hem over zijn laatste project dat hij nog voor zijn naderende dood wilde afmaken. Als eerbetoon aan de fotograaf plaatsen wij dit interview hier integraal.

 

door Edo Dijksterhuis 

Als een terriër bijt Willem Poelstra zich vast in zijn onderwerpen. Maar wel een beleefde en geduldige terriër met compassie voor zijn onderwerpen. Zo fotografeerde hij in iets meer dan een decennium een stevig documentair oeuvre bij elkaar. For Hanna, Future Stories from the Past is zijn laatste project en gaat over gemengd Servisch-Albanese koppels in Kosovo. De inspiratie is persoonlijk, de strekking universeel. Het project resulteerde in een boek en een tentoonstelling in de Kosovaarse hoofdstad Pristina. Binnenkort volgt een presentatie in het Servische Parobrod, begeleid door een driedaags symposium waaraan zowel Albanese als Servische fotografen deelnemen. Een stichting waarborgt dat er in de toekomst meer van dit soort projecten gedaan kunnen worden. Als Poelstra er niet meer is. 

 

Willem Poelstra leeft in reservetijd. In 2015 werd uitgezaaide kanker bij hem geconstateerd. Hij zou nog maximaal een jaar te leven hebben, schatte de oncoloog. “Ik ben eerst met iedereen gaan koffiedrinken maar na twee maanden had ik dat wel gehad”, vertelt Poelstra. “Ik heb een lijstje gemaakt met dingen die ik absoluut nog moest doen: het project afmaken waar ik mee bezig was, een boek en tentoonstelling maken, en een stichting oprichten.” 

Dat project heet For Hanna, Future Stories from the Past. “Het begon in 2011 toen mijn vader overleed. Op zolder vond ik een doos met het opschrift ‘Voor Willem’. Er zaten documenten in waaruit bleek dat mijn vader tijdens de Tweede Wereldoorlog had gewerkt voor de Duitsers. Zijn ouders hadden kromgelegen om zijn opleiding tot ingenieur te betalen en zochten een manier om de schuld terug te betalen. Ook zaten in de doos twee stamboomboeken van mijn moeder Hanna, die joods was en in 2003 is gestorven. Ik ben ermee naar Kamp Westerbork gegaan en daar bleek dat 65 van de 92 vermelde familieleden vermoord zijn in Auschwitz en Sobibor. Mijn zus en ik wisten niets van al die tantes en achterooms. Er werd nooit over de oorlog gesproken.” 

Toen Geert van Eijck, curator van Breda Photo, Poelstra een jaar later uitnodigde om nieuw werk te maken voor het fotofestival wist hij dat hij zijn onderwerp had. Hij wilde echter niet “met oude plaatjes aan de haal”. In Berlijn ging hij op zoek naar de resten van fabrieken en kantoren waar zijn vader gewerkt had. Ook bezocht hij het Holocaustmuseum. “Daar wordt constant herhaald: ‘dit mag nooit meer gebeuren’. Maar het gebeurt continu en overal opnieuw. Bijvoorbeeld in de jaren ‘90 in voormalig Joegoslavië. Bij het uitbreken van die oorlog was ik 36. Ik heb hem bewust meegemaakt en er veel over gesproken met mijn vader. Het was ook ineens heel dichtbij, in een land waar iedereen weleens op vakantie ging.” 

Voor For Hanna, Future Stories from the Past concentreerde Poelstra zich op Kosovo, het land dat sinds 1999 de facto onafhankelijk is maar dat door Servië gezien wordt als afvallige provincie. De bevolking bestaat uit 94 procent etnisch Albanezen en nog geen 4 procent Serviërs. Poelstra ging in dit politiek gespleten gebied op zoek naar gemengde stellen, zoals zijn ouders. 

Op de ambulance 

Poelstra’s carrièreverloop is op z’n zachtst onorthodox te noemen. Hij begon als duiker bij bergingsmaatschappij Smit Tak en promoveerde tot operational manager in de offshore. Hij was altijd van huis voor klussen die een of twee jaar konden duren. In 1993 maakte hij een overstap naar de reclamewereld, maar een gebroken rug als gevolg van een val deed hem in de WAO belanden. Hij liet zich omscholen tot fotograaf en schoot op 49-jarige leeftijd zijn eerste reportage als afgestudeerd professional. 

“Van alles wat ik in mijn leven gedaan heb, is fotografie verreweg het leukste. Maar ook het slechtst betaalde en moeilijkste.” Poelstra maakt het zichzelf ook niet gemakkelijk. Voor zijn afstudeerproject reed hij 75 shifts van acht uur mee op de ambulance, wat uiteindelijk resulteerde in een boek met 99 foto’s. Het leverde hem meteen een Zilveren Camera op, de eerste van vele prijzen. Daarna volgden documentaire projecten over onder andere asielzoekers, bewoners van een Haagse volkswijk en de laatste dagen van de Amsterdamse nachtvlinder Harrie Wildeman. 

“Ik doe alleen projecten waar ik mezelf bij betrokken voel. Dat engagement is over de tijd steeds sterker geworden. Ik ben natuurlijk pas tien, twaalf jaar bezig, ben eigenlijk nog volop in ontwikkeling. Het is wat dat betreft jammer dat er zo’n abrupt einde aan komt. Als ik nu iets zou maken, zou het weer anders zijn.” 

 

Drugs en prostitutie 

Poelstra’s eerste bezoek aan Kosovo was teleurstellend. Hij verbleef in de noordelijke Servische enclaves waar niemand op de foto wilde. Na drie weken had hij pas één portret. Toch liet hij zich hier niet door uit het veld slaan. Hij schakelde de hulp in van een antropoloog, een psycholoog en een historicus om interviews te doen en contacten te leggen. Zelf knoopte hij gesprekken aan in cafés, soms met dubieuze types. Hij hoorde over mensensmokkel, drugs, prostitutie. Het portretteren van gemengde stellen groeide zo uit tot kapstok voor veel meer: een fragmentarisch beeldverslag van een getraumatiseerde samenleving. 

“Geduld is mijn belangrijkste wapen. En een respectvolle omgang. Ik treed mensen altijd met open vizier tegemoet, vertel wat ik doe en waarom. Het vertrouwen winnen van mensen kan tijdrovend zijn. Zo reed ik eens om elf uur ’s ochtends langs een begraafplaats. Ik wist: hier zit een foto in. Na overleg met de jongens die het graf aan het delven waren, werden er dorpsoudsten bijgehaald en moesten we koffiedrinken, de nationale hobby. Ik kreeg toestemming en toen de familie de aarde over het graf duwde werd er zelfs extra ruimte voor me gemaakt. Na afloop vroegen ze me of ik bleef eten. Alle keren dat ik sindsdien ben terug geweest, ben ik er even langs gereden om een handje te geven.” 

Poelstra noemt zijn werkwijze journalistiek, voelt verwantschap met verslaggevers maar ziet ook grote verschillen. “In het begin van mijn carrière bleef ik zelfs bewust uit de buurt van schrijvende journalisten. Die kunnen in 1200 woorden vertellen waar ik twee jaar over doe om bij elkaar te sprokkelen. Weg is dan je grote project. Je ziet dat ook met tv-reportages. Als solist kun je niet op tegen een programma met twaalf man redactie. Dus moet je het net anders doen.” 

Binnen dat “anders doen” staat bij Poelstra authenticiteit voorop. “De fotograaf maakt zijn eigen waarheid door zijn keuzes voor wat hij wel en niet fotografeert. Maar dingen in scène zetten doe ik niet. Ik ben geen liefhebber van staged photography. Maar als het gebeurt dan wil ik dat weten, anders is het volksverlakkerij. Daar zijn er bij World Press Photography al de nodige mee de mist ingegaan.” 

 Tonen wat er niet is 

Het enige wat Poelstra soms manipuleert is de positionering van zijn onderwerp. Hij werkt zonder flits en is dus afhankelijk van aanwezig natuurlijk of kunstlicht. “Om die reden gebruik ik ook veel zwart-wit. Daarnaast vind ik het gewoon mooi.” 

Poelstra werkt met een vast arsenaal camera’s: een Canon A1 voor reportages, een langzamere Mayima 7 II voor landschappen en Mayima RZ67 voor portretten. “Ik werk altijd met een 6:7 verhouding. Dat vind ik een fijn formaat. Vierkant ligt me niet. We kijken toch ook niet vierkant? Onze blik is landschapsformaat.” 

Alle foto’s in het boek For Hanna, Future Stories from the Past zijn analoog – op één na. Ook dat is een uiting van Poelstra’s hang naar authenticiteit en ambachtelijkheid. “Als ik door de contactsheets ga heb ik veel meer het gevoel voor de tweede keer te fotograferen. Daarnaast heeft analoog fotograferen ook het voordeel dat mensen niet kunnen zien wat je gedaan hebt. Als ze het op zo’n schermpje zien, gaan ze gekke bekken trekken.” 

Poelstra is er niet op uit de mooiste foto te maken. Zijn foto’s zijn direct en soms ronduit rauw. “Ik hou niet van blurry sfeerbeelden. Kinderen en exotica vind ik te makkelijk. Het gaat mij om het totaal aan informatie en dat is niet altijd onmiddellijk begrijpelijk. Soms vertel ik iets door te tonen wat er niet is. Een islamitisch kerkhof bijvoorbeeld waar wel katholieke graven liggen maar geen orthodoxe. Om zoiets te vatten moet de kijker een beetje zijn best doen, informatie tot zich nemen en zelfs stukjes combineren.” 

Toch heeft dit soort fotografie volgens Poelstra de toekomst en daarom ondersteunt zijn stichting For Hanna fotografen die zich ermee bezighouden. “Tijdens de Vietnamoorlog kon fotografie nog echt een verschil maken door het publiek te laten zien wat er gebeurde. Nu hebben we zo’n verdronken Syrisch jongetje op het strand. Een mediafoto van jewelste maar hij veroorzaakt niets, zet niets in beweging. Daarom is de achtergrondfotografie zo hard nodig. Die kan nog discussie losmaken.” 

 Willem Poelstra: for Hanna, Future Stories from the Past… 

€59,90 Verkrijgbaar bij PhotoQ  

Forhanna.com